Je neemt je pen ter hand en voert hem over de witte bladzijde. Hij raakt het papier, glijdt er overheen, trekt lijnen. Je opent je laptop, je maakt een bestand, je vingertoppen vinden de letters van het alfabet. Jouw ideeën, ervaring en herinnering trekken in vloeibare inkt over het papier, verschijnen op het beeldscherm. Ze zoeken een weg naar de verbeelding. Uit ogenschijnlijk onvermoeibare bewegingen maak je keer op keer een nieuwe aanzet, gaat op en neer, breekt af, bouwt op. Streept door. Hoorbaar. Voegt toe.
In wisselend tempo beroeren je vingers het toetsenbord, vullen de virtuele bladzijde. Je wist, je knipt en plakt. Zet komma’s en punten. Schrijft alinea’s, bladzijdes. Doet ontdekkingen. Brengt terug uit de vergetelheid. Je schrijft. Loodzwaar, vederlicht. Je laat het hart sneller kloppen.
In je verbeelding creëer je personages, je brengt ze tot leven. Ze beminnen, bedriegen. Zijn thuis, onderweg of onvindbaar. Ze wekken sympathie voor stil verdriet. Jij bent de enige, die weet wat komen gaat: een onmogelijke liefde, een hartverscheurend dilemma, een tragisch einde.
Je maakt van een gebeurtenis een verhaal. Ergens in jezelf ligt materiaal te wachten dat geschreven wil worden. Dat jij wilt schrijven.
Slechts één lezer is genoeg om jou tot schrijver te maken.